Voor de gemeente Nieuwegein staat veiligheid op de eerste plaats bij het winnen van aardwarmte en het toetsen op eventuele impact hiervan. De gemeente onderzoekt ook de gevolgen en risico’s voor de omgeving, zodat we de belangen van inwoners goed kunnen beschermen. Verschillende partijen hebben daarin een verantwoordelijkheid. Voor de veiligheid van het boren ligt er een verantwoordelijkheid bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Die beslist over het afgeven van een Omgevingsvergunning aan het bedrijf Warmtebron en toetst hun plannen op de veiligheid. Staatstoezicht op de Mijnen adviseert EZK over het al dan niet afgeven van de vergunning. De gemeenteraad laat in een zogenoemde ‘verklaring van geen bedenking’ aan EZK weten wat zij van de aanvraag vindt.
De risico’s worden in de verschillende fases van het project in kaart gebracht. Een aantal van die analyses zijn verplicht en moeten worden ingediend bij de Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Denk aan algemene projectrisico’s, seismische risico’s, risico’s tijdens de boring, risico’s tijdens de productie, koolwaterstofrisico’s en werkveiligheidsrisico’s.
De kans op schade aan gebouwen door boringen of verzakkingen is vrijwel geheel uit te sluiten. Bij gasproductie wordt gas uit de bodem gehaald en kan de bodem gaan zakken. Als dat ongelijkmatig en langdurig gebeurt, kan er schade aan gebouwen optreden zoals in Groningen is gebeurd.
Door aardwarmteproductie zal de bodem niet extra gaan dalen, omdat er evenveel koud water de diepe ondergrond (2-3 kilometer) ingepompt wordt, als dat er warm water uitgehaald wordt. Het is een ‘gesloten’ systeem. Aardwarmtewinning onttrekt geen materie permanent aan de ondergrond, zoals bij delfstoffenwinning. Alleen de warmte blijft bovengronds. Hierdoor blijft de gemiddelde druk in het reservoir vrijwel onveranderd, ook na jaren van productie. Zo blijkt bijvoorbeeld in het hart van Parijs, waar ze al ruim 40 jaar ervaring hebben op dit gebied.
Bij de 20 doubletten (dubbele putten die nodig zijn voor de winning van aardwarmte) in Nederland, zijn alleen in het Limburgse Grubbervorst mogelijk aardbevingen opgetreden door geothermie. Hier werd doelbewust in een breukgebied geboord om gebruik te maken van de doorlatendheid van die breuken. De initiatiefnemer moet aantonen dat er veilig geboord kan worden en een veiligheidsplan opstellen. Daarom ziet het Staatstoezicht op de Mijnen nauwlettend toe en vindt ook monitoring plaats.
De gemeente vraagt in het concept-afwegingskader om extra garanties en afspraken over schade en veiligheid, mocht er toch onverhoopt iets gebeuren.
Voordat een boring plaats vindt, wordt een boorlocatie ingericht om mogelijke verontreiniging van het grondwater te voorkomen. Testwater wordt altijd geanalyseerd om te kijken welke stoffen erin zitten. Als het nodig is, vindt er eerst extra reiniging plaats. Door de juiste maatregelen te nemen, kan het water niet in de bodem terechtkomen.
De Provincie Utrecht heeft gesteld dat de afstand van de rand van de boringsvrije zone tot aan de boorput een zone moet zijn waarbij een verontreiniging in een watervoerend pakket er 25 jaar over doet om bij de drinkwatervoorziening aan te komen.
Als er wordt gemorst, zal de vloeistof-kerende laag op het terrein verontreinigingen voorkomen. Daarnaast moet een aparte BARMM-melding (Besluit algemene regels milieu mijnbouw) worden ingediend met een duidelijke einddatum voor de opslag van stoffen, zoals testwater. Ook moeten meerdere opties worden uitgewerkt om testwater op een milieuvriendelijke manier af te voeren en te verwerken.
De grondlaag die gebruikt wordt voor de winning van aardwarmte ligt op ongeveer 2,5 km in de ondergrond. Dat is veel dieper dan de grondwaterlagen. Daartussen zitten waterdichte klei- en steenlagen. In het boorgat komt een buis (de casing) met afdichtingen. Die zorgt ervoor dat ook hier geen water van de ene naar de andere laag kan stromen. Dit is een bekende techniek waar veel ervaring mee is opgedaan in de olie- en gaswereld, waarvoor meer dan 1.000 putten in Nederland zijn geboord.
In het opgepompte water uit de diepe ondergrond kunnen van nature licht radioactieve klei- of looddeeltjes zitten. Dit komt van nature voor in de diepe ondergrond. Dit water wordt teruggebracht in dezelfde diepe laag via de injectieput. Alleen de warmte wordt eruit gehaald. De deeltjes zijn pas een probleem als ze neerslaan en zich (massaal) ophopen in de put of in de installaties. Het gaat dan nog steeds om een lichte vorm van radioactiviteit. Deze radioactieve afvalstoffen worden net zoals ziekenhuisafval naar een erkende verwerker afgevoerd. Er is geen risico dat het warmtenet besmet raakt met radioactiviteit, omdat dit systeem via een warmtewisselaar is gescheiden van het aardwarmtesysteem.
De belangrijkste risico’s en de bijbehorende maatregelen staan op Warmtebron.nu. Het is mogelijk om via deze site aanvullende vragen te stellen.
Warmtebron Utrecht blijft aansprakelijk voor schade die ontstaat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden en moet deze oplossen. Net als elke aannemer of elk bouwbedrijf.
Minister Wiebes van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft in zijn kamerbrief over de voortgang van geothermie aangegeven dat hij aan een nadere vormgeving van het risicobeleid voor geothermie werkt. Daarom is hij met de sector in gesprek over het thema schadeafhandeling. In lijn met landelijke kaders en afspraken willen we ook een protocol opstellen dat bewoners, bedrijven en gemeente vertrouwen geeft in het vervolg van het onderzoek.
In de SOK (samenwerkingsovereenkomst) en de eventuele grondgebruiksovereenkomst wordt het verbinden aan een schaderegeling en een landelijk schadeprotocol opgenomen.
Bovenop het landelijke schadeprotocol en bijbehorende schaderegeling is de initiatiefnemer (of diens rechtsopvolger) verplicht om zich te verzekeren tegen bepaalde soorten schade voor een bepaalde verzekerde som, eventueel via een fonds.
Voor een overzicht van de bestaande wettelijke kaders, regelingen en recente ontwikkelingen heeft ICO Aardwarmte alle beschikbare informatie onlangs op een rij gezet in het kennisdocument Geothermie, risicobeleid en schadeafhandeling: stand van zaken juni 2020.